Het ‘filmveld’ , voorts te noemen Film, in de Stedelijke Cultuurregio Zuid (SCRZ) heeft de afgelopen jaren een enorme ontwikkeling doorgemaakt. Er is dan ook, bijna ongemerkt en door de sector zelf, een vitale infrastructuur ontstaan waarbij werkelijk van ketenwerking gesproken kan worden. Waar een jaar of vijf geleden de focus en de voorzieningen (ondersteuningsaanbod, activiteiten, educatie etc.) met name lag op het basis- en middensegment is er nu sprake van een rijk gevuld filmveld. Mede door de komt van CineSud, Limburg Filmcommissioner, meer (nieuwe) jaarlijks terugkerende en (deels) onderscheidende filmfestivals en -initiatieven, professionalisering van filmhuizen, het Limburgs Filmfonds en regelmatige afstemming, nieuwe samenwerkingsverbanden en een goede/verbeterde zichtbaarheid van de makers en de spelers in het veld, is er een stevige en (zelf)georganiseerde keten ontstaan. De filmketen voorziet in activiteiten, educatie, netwerken, opleiding, onderzoek, productie en presentatie voor makers in zowel het basis- als het midden- en topsegment dat ook een positief effect heeft op de talentontwikkeling van de makers. Ook de mate van zelforganisatie is flink gegroeid: men kent elkaar goed, afstemming is inmiddels evident, is er een helder ‘organogram’ van de sector binnen de SCRZ.
Film wordt vaak onderschat en onderbelicht in relatie met de traditionele cultuuruitingen zoals podiumkunsten en theater. Terwijl de filmketen juist een voorbeeld is voor andere ketens van de SCRZ. De sector is inzichtelijk gemaakt door een industry- and location-database, maar deze zijn voor de buitenwacht niet altijd bekend. De keten kent zichzelf goed en weet waar het naartoe wil, maar door het gemis van een gefocust filmbeleid en onderbezetting bij diverse infrastructurele organisaties dreigt het te versnipperen. Film mist de slag- en daadkracht en dreigt hierdoor de voorsprong die het landelijk en Euregionaal heeft te verliezen. De sector is bijzonder en heeft een enorme potentie, dat zou meer zichtbaar gemaakt moeten worden, in eerste instantie voor en in de regio, daarna naar de rest van het land en de fondsen.
Een nijpend probleem binnen de filmketen is de erkenning bij het landelijk Filmfonds. Men (h)erkent daar de potentie die hier in korte tijd is ontstaan, maar kan of wil deze niet belonen. Hoe kunnen de routines die landelijk gelden doorbroken worden? Bijvoorbeeld richting de fondsen en pers, die de neiging hebben om steeds binnen de ‘inner circle’ te kijken en alles daarbuiten als regionaal en dus lokaal te bestempelen. Het is erg belangrijk om met name bij de fondsen de routines en patronen te doorbreken omdat in deze stedelijke regio er sprake is van een internationale specifieke dynamiek die vele kansen biedt, zeker in een tijd waarin internationale coproductie van vitaal belang is voor de filmsector.
Er is een dialoog gaande over de vraag over (de wenselijkheid van) een herkenbaar ‘handschrift’ van de film-beweging in de SCRZ. Is er een eigenheid, of juist niet, en heeft dat met de stedelijke culturele regio van doen? Wat betekent dat dan voor de verschillende strategieën?
De spelers binnen de filmketen verwijzen naar de verschillende rapporten en interne debatten van de afgelopen jaren, waarin de sector in de SCRZ al analyses en proposities aanbood. Een articulatie hiervan en een concreet bestuurlijk/ politiek en artistiek handelingsperspectief is nu gewenst. De context van deze stedelijke culturele regio zou daarbij van nut kunnen zijn, ondanks de evidente internationale kenmerken die het medium van nature bezit. In hoeverre het hier om specifiek ‘film’ gaat of breder om ‘time based arts’, is deel van het lopende discours. Het medium, hoe dan ook, leent zich bij uitstek om de brug te slaan tussen kunst en samenleving.
Vastgesteld wordt dat er momenteel teveel sprake is van ‘braindrain’ op filmgebied en dat zou gestopt moeten worden, of minstens vertraagd. De economische spin-off van deze sector is beduidend en zou meer erkenning en onderzoek waard zijn. De sector toont zich bewust van politieke en maatschappelijke dimensies en ziet zo bijvoorbeeld het heersende populisme als zinvolle bron voor culturele praktijken, niet als een te negeren sentiment.
Overheden kennen de sector onvoldoende, dit komt aan de orde omdat de notitie van het Huis voor de Kunsten Limburg en CineSud uit 2015, in samenwerking met de provincie (situatieschets), niet overal bekend is en ondanks inspanningen nooit concreet is aangegrepen om beleid op filmgebied vorm te geven. Terwijl er wel grote noodzaak is voor draagvlak bij gemeenten en de Provincie Limburg om de ambities van het veld verder te brengen. Focus, eigenaarschap, afstemming en duidelijke formulering en afbakening van ieders kerntaak en rol in de keten is en blijft van wezenlijk belang om de ketenwerking te borgen. Dit om onder andere versnippering te voorkomen (tel alleen al het overheid gefinancierde aantal filmfestivals, die in wezen niet allen onderscheidend van elkaar zijn en daardoor versnippering en verwarring veroorzaken bij achterban en publiek).
Voorstel is daarom om de overheden dit keer wel te betrekken bij de (te actualiseren) notitie. Deze nota geeft een situatieschets van het veld met een helder beeld van de samenhang in het veld en beschrijft de specifieke kansen voor de sector. Actualisering en verbreding van de notitie is gewenst mét aandacht voor allianties die ontstaan zijn alsmede de opbrengst die tot nog toe ‘van onderop‘ is gerealiseerd (Filmfonds, professionalisering Filmtheaters, Filmplatform s, CineSud, CineLOVA[1], festivals, rol opleidingen in de keten, filmcommission, talentontwikkeling).
‘Onze’ opbrengst heeft een onderscheidend karakter (eigen smaak, eigen smoel), maar de potentie wordt door overheden nog lang niet benut, ondanks de vele kansen die er liggen. Daarnaast moet zorgvuldig worden gekeken naar overlappingen of potenties op overige domeinen, zoals het domein van economie, creatieve industrie en toerisme.
[1] CineLOVA is het platform en de koepelorganisatie voor amateurfilm(ers) in Limburg.
Waar Via Zuid vaak wordt aangehaald als hét voorbeeld voor cultuurmakelaar/ talentontwikkelingsplatform, vervult CineSud die rol al eerder en met minstens zoveel succes. De 21 producties die dat de afgelopen jaren heeft opgeleverd hebben internationaal meer dan 400 filmfestivals bereikt, meer dan 50 prijzen gewonnen en evenzoveel nominaties in de wacht gesleept. Onder deze festivals en prijzen zitten ook de zgn. A-festivals, het topsegment wereldwijd. Ook is Cinesud betrokken (geweest) bij ontwikkelingen in Friesland, Brabant, Gelderland en Zeeland en worden ze regelmatig uitgenodigd op landelijke podia om de aanpak en infrastructuur te presenteren. Dit is voor velen onbekend.
Ook CineLOVA, het platform en de koepelorganisatie voor amateurfilm(ers) in Limburg, is landelijk gezien uniek qua opzet en dient in andere regio’s als voorbeeld als het gaat om het bieden van een alternatief voor regionale ‘filmclubs’ die een belangrijke functie hebben als het gaat om het (gezamenlijk) maken van films in de vrije tijd, verdieping, educatie, reflectie etc. Het Huis voor de Kunsten Limburg ondersteunt CineLOVA. Door de vergrijzing neemt het aantal filmclubs af en daarmee ook de plekken waar men terecht kan voor praktische ondersteuning bij het maken van een film, educatie, filmbesprekingen etc. Om de sector te ‘vernieuwen’ en de amateurfilmsector een ‘boost’ te geven, worden ook zeer nadrukkelijk verbindingen gelegd met professionals, festivals en presentatieplekken. Ook worden crossovers gestimuleerd met bijvoorbeeld de disciplines toneel, literatuur en muziek, om de sector artistiek gezien een impuls te geven (middels projecten) maar ook als het gaat om het aanboren van nieuwe aanwas (schrijvers, acteurs en muziekcomponisten).
Er wordt aangegeven dat dat er niet veralgemeniseerd moet worden wat voor de hele SCRZ goed zou kunnen werken op het gebied van talentontwikkeling. Niet elke sector is gelijk en niet elke sector heeft (op dit moment) persé behoefte aan een soortgelijk initiatief. Gesprekken over een goede infrastructuur en goede propositie hebben alleen kans als specifiek gekeken wordt naar wat nodig is, en niet alles wordt teruggebracht tot algemeenheden en clichés.
Limburgse makers (in allerlei) disciplines winnen regelmatig prijzen op binnen- en buitenlandse podia , voorbeelden zijn Remy van Heugten, Pieter Kuijpers en Ellen Havenith, dit geldt natuurlijk ook voor Limburgse amateurfilmers. Het aantal producties dat in de regio wordt gedraaid (zowel van binnen als buiten) is gegroeid van een handvol in 2012 tot rond de 40 in 2017. Hierbij zitten producties van nieuwe makers uit heel Nederland en België die vaak verrassend succesvol zijn, maar ook professionele (internationale) co-producties die gerenommeerde festivals bereiken.
De filmindustrie is gebaat bij het vieren van successen en is daar voor wat het topsegment betreft ook erg goed in. De Oscaruitreikingen en Filmfestival Cannes hebben overal ter wereld een magische klank. En hoeveel jonge mensen dromen niet van een carrière bij de film? Een leven als een filmster, dat wil toch iedereen? De werkelijkheid is natuurlijk veel harder. De successen die in Limburg worden gehaald binnen de ketensector film blijven vaak onderbelicht en slechts bekend binnen beperkte (eigen) kring. Het is van groot belang dat de provincie actief uitdraagt dat filmontwikkelingen in Limburg (basis-, midden- én topsegment) zowel landelijk als internationaal in hoog aanzien staan.
Tijdens de laatste vergadering van het International Alliance for Mountain Film (IAMF) in Ljubljana in maart 2018 heeft de organisatie zich uitgesproken om de samenwerking met de gehele filmindustrie te verstevigen en uit te breiden. De filmcommisioners zijn daarbij expliciet genoemd. Het is nu zaak alle mogelijkheden die zich nu hebben aangediend ten volle te benutten en de lokale en nationale hindernissen snel en doortastend op te ruimen. Financieel, procedureel en logistiek is er nog werk te doen in onze provincie.
Filmfestivals zijn de uitgelezen kans om de filmprofessionals en het publiek, internationaal, nationaal en regionaal samen te brengen en de provincie als filmregio op de kaart te zetten. Omdat de regio zich in de periferie van ons land bevindt en de landelijke pers zich niet vaak de moeite getroost om ‘af te zakken’ is een krachtige pr door alle partijen van groot belang. We zullen harder moeten roepen al gaat dat soms tegen onze volksaard in. Beter claimen waar we successen behalen. Omdat financiering, ook van festivals, vaak nog uitgaat van Randstedelijke condities en gegevenheden, mist de keten Film in de provincie Limburg gelden waar het recht op heeft. Een ondersteunende lobby en krachtige ondersteuning zijn derhalve noodzakelijk.
Het Dutch Mountain Film Festival (DMFF) dat in 2018 voor de 8e keer plaats vindt is het voorbeeld festival van onze regio, dat zelfs binnen de provinciegrenzen nog niet de erkenning krijgt die het zou verdienen. De laatste jaren heeft het zich internationaal zeer sterk geprofileerd en is vertegenwoordigd in de internationale Alliance For Mountain Film waar 24 grote festivals van over de hele wereld zijn vertegenwoordigd. Deze internationale samenwerking heeft ook regionaal effecten: een aantal regionale producties kreeg via dit platform toegang tot festivals in o.a. Spanje, India, Bulgarije, Duitsland, Italië, Nepal en Canada. De aanwezigheid in dit internationale gremium trekt bezoekers van over de hele wereld aan het DMFF. Medewerkers van het DMFF worden omgekeerd gevraagd om hun best practices uit te dragen bij andere festivals of maken onderdeel uit van het internationale circuit van filmjury’s. Samenwerking met CineSud is voor het DMFF van groot belang om ook internationaal en kwalitatief programma te kunnen blijven bieden voor filmmakers van over de hele wereld.
Acties:
• Meer politieke betrokkenheid genereren voor sector;
• Vergroten van de zichtbaarheid van de filmketen op filmfestivals en internationale bijeenkomsten;
• Uitvoeren van een betere marketing/lobby naar met name Randstad en Brussel, maar zeker ook in de eigen regio;
• Uitbouwen van verbindingen met andere ketens binnen de SCRZ;
• Formuleren van de keten naam voor Film, er is namelijk méér dan film in deze keten. Audiovisueel zou mogelijk een beter woord zijn;
• Sluiten van strategische allianties om de keten verder te brengen;
• Slim gebruik maken van o.a. Shared services: in hoeverre zouden we gebruik kunnen maken van elkaars kracht? Denk bijvoorbeeld aan gedeelde backoffices voor de filmfestivals of talentontwikkelingactiviteiten. Wellicht moet er gewerkt worden richting een Film Office?
Aanbevelingen
• Werk aan een regionaal filmbeleid en stel een visie en doelen op waar de sector zich aan kan spiegelen en/of meten en zorg ervoor dat deze visie focus aanbrengt in de infrastructuur en keuzes die gemaakt worden. Dit zorgt voor een effectievere en efficiëntere besteding van de beschikbare middelen;
• Verzelfstandig het Limburg Film Fonds en werk aan een breder draagvlak en meer middelen vanuit de regio, Nederland en de Euregio. Er ligt veel potentieel om het fonds uit te breiden indien allianties kunnen worden aangegaan. Besef dat naast de culturele component Film ook bij uitstek een economische impact kan genereren, dat met een fonds laagdrempelig kan worden bereikt;
• Ontwikkelen in samenwerking met de penvoerders voor Cultuureducatie met Kwaliteit van filmeducatie binnen het primair onderwijs;
• Opnemen van film in de leerplannen van het voortgezet onderwijs;
• Versterken van de talentontwikkelingsmogelijkheden in de regio’s met als doel onderscheidende producties te realiseren;
• Versterken van de (inter-)nationale distributie en promotie;
• Streven naar hoogfrequente (digitale) verbindingen;
• Opteren van de SCRZ als ‘host’ voor internationale congressen en seminars, w.o. de International Mountain Film Alliance en European Film Commissioners;
• Betrekken van andere gemeenten, naast de 3 steden binnen de SCRZ zijn voor de keten van belang.
• Betrekken van steden (regio’s) over de grens (België en Duitsland). Er zijn namelijk spelers aan de andere zijde van de grens waar al veel mee wordt samengewerkt en die ook invloed hebben op de filmketen en deze hier versterken. Bijvoorbeeld opleidingen net over de grens (Luca School of Arts in Genk) waar ook Limburgse jongeren naartoe gaan en worden opgeleid, samenwerkingspartners bij Euregionale events, festivals en talentontwikkelingsprojecten (bijv. het Euregionaal Jeugdfilmfestival waarbij het Huis voor de Kunsten samenwerkt met partners in Aken, Luik en Eupen om jonge makers 10-19 jaar afkomstig uit Euregio Maas-Rijn met elkaar in contact te brengen, te coachen bij het maken van een film en een vertoningsplek te bieden / Euregion Film Festival van CineSud), Euregio-nale overleggen waarbij kennis en ervaringen worden uitgewisseld en vertaald naar werkpraktijk in Limburg en samenwerking wordt aangegaan (bijv. tijdens Euregion Film Festival 2018).
• Filmketen zien als best practice voor de andere ketens.